Aller au contenu principal

KOUD OP HET WERK

1

RISICOANALYSE
Als het te koud is, moet er overgegaan worden tot:

  • Een risicoanalyse van de thermische omgevingsfactoren die aanwezig zijn op de arbeidsplaats,

waarbij rekening wordt gehouden met de volgende factoren:
‒ de luchttemperatuur;
‒ de relatieve luchtvochtigheid;
‒ de luchtstroomsnelheid;
‒ de thermische straling veroorzaakt door de zon of door technologische omstandigheden;
‒ de fysieke werkbelasting;
‒ de gebruikte werkmethodes en arbeidsmiddelen;
‒ de eigenschappen van de werkkledij en van de persoonlijke beschermingsmiddelen;
‒ de combinatie van al deze factoren.

  • Een evaluatie van de thermische omgevingsfactoren en, indien nodig, metingen overeenkomstig de meet- en berekeningsmethodes bepaald na advies van de preventieadviseur - arbeidsarts of de preventieadviseur - arbeidshygiëne en na akkoord van het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis, van de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis, van de werknemers zelf.
  • Vaststellen van de passende preventiemaatregelen op grond van de risicoanalyse.

 

BENEDEN WELKE TEMPERATUUR IS HET TE KOUD OM TE WERKEN?
Voor het meten van lage temperaturen is een gewone thermometer voldoende, dit in tegenstelling tot het meten van hoge temperaturen. Hoge temperaturen worden vastgesteld op basis van de luchtvochtigheid, de luchtstroomsnelheid en de thermische straling. Al deze elementen moeten worden gemeten met een "vochtige globethermometer" die de aanwezige warmte uitdrukt als een Wet Bulb Globe Temperature (WBGT), een temperatuur die steeds enkele graden minder zal bedragen dan de temperatuur in ° Celsius.

De minimale temperatuur waarbij nog gewerkt kan worden is afhankelijk van de aard van het werk, en is bepaald als volgt:
Zeer lichte fysieke werkbelasting 18°C
Lichte fysieke werkbelasting 16°C
Halfzware fysieke werkbelasting 14°C
Zware fysieke werkbelasting 12°C
Zeer zware fysieke werkbelasting 10°C

WELKE MAATREGELEN MOETEN WORDEN GENOMEN ALS HET TE KOUD IS?
Wanneer de heersende temperaturen onder deze waarden zouden kunnen zakken, moeten technische en organisatorische maatregelen worden genomen om de blootstelling aan koude en de daaruit voortvloeiende risico's te voorkomen of te beperken.
In het algemeen zal de werkgever de volgende maatregelen kunnen treffen:

  • inspelen op de temperatuur (technische maatregel);
  • verlagen van de fysieke werkbelasting door aanpassing van de arbeidsmiddelen of van de werkmethodes;
  • alternatieve werkmethodes invoeren die de noodzaak van blootstelling aan overmatige koude verminderen;
  • beperken van de duur en intensiteit van de blootstelling;
  • aanpassen van de werkroosters of de arbeidsorganisatie;
  • verschaffen van warme beschermingskledij aan de werknemers;
  • ter beschikking stellen aan de werknemers van aangepaste warme dranken.

 

Wanneer de overmatige koude van klimatologische oorsprong is, moeten tijdens de periode tussen 1 november en 31 maart van het daaropvolgende jaar, de open werklokalen en de arbeidsplaatsen in open lucht voorzien worden van een voldoende aantal verwarmingsinrichtingen.
Wanneer het ingevolge de weersomstandigheden nodig blijkt en in elk geval wanneer de buitentemperatuur lager is dan 5°C, moeten deze verwarmingsinrichtingen in werking worden gesteld.
Mits het voorafgaand akkoord van de werknemersvertegenwoordigers in het Comité, of, bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging, mogen verwarmingstoestellen worden opgesteld in lokalen, in voorlopige
constructies of op andere plaatsen, teneinde de werknemers de mogelijkheid te bieden zich bij tussenpozen te verwarmen.

Bijzonderheden voor de toonbanken in openlucht:

  • Bij een buitentemperatuur van minder dan 5 °C is het de exploitanten van winkels voor detailverkoop verboden werknemers tewerk te stellen aan toonbanken of winkelbanken die zich buiten en in de onmiddellijke nabijheid van de winkel bevinden.
  • Bij een buitentemperatuur van minder dan 10 °C moeten de aan voornoemde banken tewerkgestelde werknemers over een voldoende krachtige verwarmingsinrichting beschikken, tenzij maatregelen worden genomen waardoor deze werknemers zich geregeld en zo dikwijls als nodig kunnen verwarmen.

Bovendien beschikken die werknemers over een vloer, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen, en worden ze zoveel mogelijk tegen weer en wind beschermd.
Deze werknemers mogen dergelijke arbeid niet verrichten vóór 8 uur of na 19 uur, ook niet langer dan 2 uur zonder onderbreking van ten minste één uur, noch meer dan 4 uren per dag.
Volgende maatregelen moeten worden genomen bij overmatige koude van technologische oorsprong:

  • verschaffen van beschermende werkkledij;
  • de luchtstroomsnelheid in deze lokalen wordt, wanneer er werknemers aanwezig zijn, beperkt tot een minimumniveau dat compatibel is met de werking van de installaties;
  • er worden technische middelen voorzien om de beschermkledij na gebruik te drogen;
  • er worden de werknemers zonder kosten voor hen warme dranken ter beschikking gesteld;
  • enz.

Telkens de preventieadviseur - arbeidsarts het noodzakelijk oordeelt voor de gezondheid van de werknemers, voorziet de werkgever bovendien in een rusttijd in een rustlokaal, overeenkomstig de bepalingen van artikel V.1-4, § 1, derde lid.

ROL VAN DE PREVENTIEADVISEUR - ARBEIDSARTS
De preventieadviseur - arbeidsarts bepaalt de categorie van het werk (zeer licht, licht, halfzwaar, zwaar, zeer zwaar). Hij geeft bovendien advies aan de werkgever omtrent de maatregelen die moeten worden genomen ter bescherming van werknemers die behoren tot bijzonder gevoelige risicogroepen zoals de jonge werknemers en de zwangere werkneemsters. Hij adviseert ook de werkgever voor de verdeling van verfrissende dranken.
Ten titel van voorbeeld wordt beschouwd als:

  • fysiek zeer zwaar werk: zwaar spitten en graven, beklimmen van ladders en trappen...
  • fysiek zwaar werk: spitten, zagen met de hand, schaven, kruiwagens duwen en trekken, zware lasten, grondwerken...
  • middelmatig zwaar fysiek werk: rechtstaand werken, een werfmachine besturen...
  • licht werk: statisch manueel werk
  • licht werk houdt in: kantoorwerk, het besturen van een wagen...

 

STELSEL VAN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID: EEN OPLOSSING?
In geval van langdurige extreme weersomstandigheden kan de werkgever de invoering van een stelsel van tijdelijke werkloosheid aanvragen