Overslaan en naar de inhoud gaan

Waarom hebben de Metallo’s neen gezegd?

&

Onze militanten zijn bijeengekomen en hebben een analyse gemaakt van het hele verloop van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022.

De Metallo’s blijven vastberaden en herhalen de afwijzende standpunten die zij verdedigd hebben naar aanleiding van het sociaal akkoord van 8 juni.

Waarom hebben de Metallo’s neen gezegd?

Onbespreekbaar! De flexibiliteitsbepalingen zullen nooit meer aanvaard worden omdat zij wat de toepassing ervan betreft geen enkele ruimte laten voor sociaal overleg! In de toekomst zal er zonder instemming en controle van de vakbondsorganisaties op bedrijfs- of sectorvlak dus geen discussie meer zijn over nieuwe golven flexibiliteit. Tal van werknemers en werkneemsters met een precair contract hebben tijdens de pandemie hun bedrijf moeten verlaten. De deur open zetten voor overuren maakt hun re-integratie onmogelijk en grenst aan het onfatsoenlijke, en dit op een moment dat alle indicatoren op een heropleving van de groei wijzen, waardoor hun re-integratie eigenlijk nog legitiemer wordt. Bovendien moeten deze vrijwillige overuren eigenlijk als uren in het zwart bestempeld worden! Geen recuperatie, geen overloon, geen bijdragen en geen belastingen! Onze sociale zekerheid waarvan de efficiëntie niet meer aangetoond moet worden, komt er bekaaid uit, terwijl de pandemie eens te meer aangetoond heeft hoe belangrijk een dergelijk sterk financieringsmechanisme wel is!

Ook van de gemeenschap zal een inspanning gevraagd worden in het kader van de geleidelijke verhoging van het minimumloon! 76,28 € in 2022 + 35 € in 2024 + 35€ in 2026, wat betekent dit nu concreet? Bovenop de mogelijke overschrijdingen van de pilindex zal het bruto minimumuurloon tussen 1 april 2022 en 31 december 2027 met 0,89€ stijgen voor werknemers en werkneemsters van 18 jaar, met 0,62€ voor die van 19 jaar met zes maanden dienst en met 0,5€ na 20 jaar en 12 maanden dienst! Maar wie zal dat betalen? De eerste fase van 76,28€ voorzien voor 1 april 2022 wordt gecompenseerd door de “fiscale en sociale werkbonus” en “een zeer lage lonen grens”, waardoor de meerkosten voor de werkgever maximaal gecompenseerd zullen kunnen worden! Voor de twee volgende fases “draagt de werkgever de bruto loonkostenstijging die voortvloeit uit de door de sociale partners in de respectieve IPA’s overeengekomen loonnorm. Indien dit niet volstaat om 35 EUR bruto toe te kennen, wordt het gedeelte dat hoger is dan de loonnorm voor de werkgever gecompenseerd”. Dat betekent dus dat al wat buiten de “beschikbare marges” van de toekomstige IPA’s ligt om het bedrag van 35€ (50 € netto?!) te bereiken, ten laste gelegd zal worden van een toekomstige belastinghervorming die al in het regeerakkoord is opgenomen. Het is dus wel degelijk de gemeenschap die zal opdraaien voor het leeuwendeel van die mogelijke verhogingen!

Wat de harmonisering van de statuten op het vlak van de aanvullende pensioenen betreft en voor de IPA-periodes 2023-2028, wordt 0,1% van de beschikbare marge afgeroomd om die harmonisering door te voeren in de sectoren of bedrijven waar zij vereist is. Hoewel de kwestie van de aanvullende pensioenen steeds buiten de marge besproken werd, zal nu 0,1% van de marge eraan besteed moeten worden. Het is dus de hoog tijd om komaf te maken met de wet van 96 en meer bepaald met het imperatieve karakter van die marge!

Voor onze sectoren en zware beroepen die met herstructureringen geconfronteerd worden, hebben de onderhandelingen tot geen enkele vooruitgang geleid wat de uittredingsleeftijd betreft. Wij eisten een terugkeer naar 58 en 55 jaar voor de speciale stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Het zal bijgevolg nagenoeg onmogelijk worden om de lopende bandsystemen, de werven en onze zware industrie vóór zijn 60ste of zijn 62ste te verlaten. Leeftijden die onbereikbaar zijn in goede gezondheid. Wat de halftijdse landingsbanen betreft, die worden voortaan mogelijk vanaf 55 jaar in plaats van 57 jaar. Dat is zeker een waardevolle maatregel die echter jammer genoeg niet opweegt tegen de bijkomende flexibiliteitseisen noch tegen het begraven van de draaglijke brugpensioenregelingen.

Voor de Metallo’s gaat de strijd tegen de wet van 1996 voort!  

Het ABVV en de andere vakbonden hebben NOOIT die maximum loonmarge van 0,4% aanvaard. Bijgevolg bestaat er geen enkel akkoord met een clausule van sociale vrede daarover!
Alle geledingen van de regering moeten dit weten en beseffen welke de gevolgen zijn, nu ze op het punt staan de procedure tot goedkeuring van het Koninklijk Besluit dat die imperatieve marge van 0,4% maximum voor de komende twee jaar officieel zal vastleggen, op te starten!

De Metallo’s blijven actie voeren
De Metallo’s zullen meedoen aan alle acties om deze beslissing aan te klagen en zullen de nodige krachtsverhoudingen opbouwen om de wet van 96 te doen herzien, onder meer op basis van de lopende parlementaire initiatieven. Vergeten we niet dat de Metallo’s van het ABVV hun steun gaven aan het wetsvoorstel Goblet- Hedebouw dat een indicatieve loonmarge wil invoeren en belangrijker verhogingen mogelijk moet maken in de sectoren en bedrijven waar dat mogelijk is.

De Metallo’s staan klaar en zijn vastbesloten om de komende uitdagingen aan te gaan. De sectorale onderhandelingen, de werkgelegenheidsconferentie en de pensioenconferentie zijn fundamentele uitdagingen. De vakbondsverantwoordelijken zullen deze belangrijke afspraken vastberaden en strijdvaardig aanvatten, daarbij steunend op het ruime vertrouwen dat zij bij de sociale verkiezingen van de werknemers en de werkneemsters van onze sectoren gekregen hebben.

 

 

Images
Waarom nee
Nee
Fichiers